Stadsdichter Lies Van Gasse schrijft een gedicht voor de Bevrijdingsfeesten
Vandaag vindt de herdenkingsplechtigheid plaats van de bevrijding van Antwerpen in 1944. Stadsdichter Lies Van Gasse heeft in het Stadspark eerder vandaag een eigen gedicht voorgedragen ter ere van de Bevrijdingsfeesten.
Het geluid dat vrijheid heet
Lang voor het leven begon was er een geluid dat zoemde op aarde.
Het zoemde in het kruipen van de eerste dieren,
in het breken van de eilanden, het begroeien van land,
het zoemde in het draaien van een wiel, het platleggen van wegen,
het keren van de tijd, het zoemde in elke schrijvende hand.
Ik kwam het eerst vooral in steden tegen, waar het, licht woekerend,
een lijn trok tussen voorspoed en vernieuwing,
spieren zocht in ademloze lichamen,
antigenen trok uit pest en wrok,
en bouwde, verschoof,
plande, bewoog,
golven zocht –
Benen liepen over de aarde en kozen er een huis.
Armen kozen een deur om open te doen.
Vandaag hoor ik zelfs jubelend gezoem:
een koor van opstijgende ballonnen,
de kus onder een opgegooide baret,
die straalvlucht naar een beter oord.
Vrijheid,
je lijkt te dwarrelen als bloesem in je eerste lente
maar toch, vaak was je er niet:
die keer toen de gestreepte treinen kwamen,
toen we opgedeeld werden in kleur of in geslacht,
toen mijn gezicht verborgen werd, maandenlang,
toen iemand het podium op kroop, mijn tong uitsneed
omdat ik iets onbetamelijks had gedacht,
die keer toen ik mij verstopte in de grond,
een stoeptegel, een plukje stro,
uit schaamte voor de schroeiende zon,
voor taksen die het land uithobbelden in zware tanks,
voor kinderen die aanmeerden met hun bootjes,
voor de vrouw, haar rolstoel, het trappenhuis,
de analfabeet in de bibliotheek.
Vrijheid,
je kijkt me aan met je holle ogen
je masker, je uitgeteerde wangen
en ik zoek naar een boom om te schuilen.
Laat het vallende water zoemen
en we weten dat we vrij zijn.
Laat de wolf in de haven zoemen
en hij zal vrij zijn,
zoemen, zoemen, diep in mij,
om wat ooit als een klein geluid begon.